Ampullen calcium gluconaat 10% voor acute symptomatische hypocalciëmie.
Acute symptomatische hypocalciëmie.
Volwassenen en kinderen ouder dan 12 jaar
- Startdosering: 10 ml
- Deze dosis zo nodig herhalen, volgens de klinische toestand
- Verdere dosissen moeten aangepast worden op basis van de werkelijke plasmaconcentratie van calcium
Kinderen tot 12 jaar
- Startdosering van 4 tot 12 jaar: 0,2 tot 0,5 ml/kg lichaamsgewicht (5 tot 10 ml)
- Startdosering tot 3 jaar: 0,4 à 1 ml/kg lichaamsgewicht (2 tot 5 ml)
- Ernstige hypocalciëmie (b.v. cardiale symptomen): tot 2 ml lichaamsgewicht als startdosering
- Deze dosis zo nodig herhalen, volgens de klinische toestand
- Verdere dosissen moeten aangepast worden op basis van de werkelijke plasmaconcentratie van calcium
Toedieningswijze
Volwassenen
- Traag intraveneuze injectie (max. 50 mg per minuut)
-
Diep intramusculaire injectie: bij voorkeur in de gluteale streek - bij obese patiënten een langere naald gebruiken om de injectie veilig in de spier toe te dienen - alleen als de intraveneuze injectie niet mogelijk is - telkens een andere injectieplaats kiezen.
Kinderen
- Traag intraveneuze injectie (max. 50 mg per minuut).
- Intraveneus infuus: na verdunning in een verhouding 1:10 met 0,9 % natriumchloride of 5 % glucose.
Absolute contra-indicaties
- Calciumstenen
- Hypercalciëmie
Opgelet in geval van
- Sarcoïdose
- Deshydratatie
- Nierinsufficiëntie
10 ml inspuitbare oplossing bevat:
Actief bestanddeel: Calciumgluconaat 940 mg = totaal calciumion 2,25 mmol.
Hulpstof: Calcium-D-glucaraattetrahydraat, water voor injecties.